(verschenen op Smaakpraat, weblog van het magazine Smaakwereld, augustus 2007)
Tot 26 augustus 2007 nog te zien in het Museum voor Volkenkunde in Leiden: de tentoonstelling Eten: tradities, taboes en delicatessen. Een expositie over wat en hoe de wereld eet, samengesteld door gastconservator Linda Roodenburg (auteur van het Rotterdams Kookboek).
Hart van de expositie is de verzameling kookgerei en exotische etenswaren uit de collectie van het museum. Potten en pannen, messen en serviesgoed. Vissen op sterk water, vogelnestjes, vreemde granen en rijstsoorten, olieolie en zeewier. De ingredienten werden in de 19e eeuw naar ons land gebracht door ‘verkenners’ die er door de regering op uit werden gestuurd om in de overzeese handelsgebieden hoogstpersoonlijk informatie te verzamelen over land en volk. Ze zitten in de originele flessen met handgeschreven, verweerde etiketten, en vormen een fascinerend voedsel-rariteitenkabinet.
Op de Wereldtentoonstelling in Amsterdam, in 1883, was een enorme verscheidenheid aan exotica te bewonderen – een grotere variatie dan nu bij de toko te koop is! Die ingredienten werden gezien als museummateriaal waar de Hollandse aardappeleters zich over konden verwonderen, niet als mogelijk voedsel. En dat geldt, gedeeltelijk, eigenlijk nog steeds. De nori, kokosolie en kleefrijst heb ik nu zelf in mijn keukenkastje staan, maar de gedroogde melkbollen uit Iran of de eetbare klei uit Zuid-Amerika, zie ik hier niet snel in de winkel liggen!
Verder te zien: een fotoserie van Peter Menzel over het eten van insecten, het indrukwekkende fotoproject Hungry Planet (ook van Peter Menzel) waar gezinnen van over de hele wereld gefotgrafeerd werden met hun wekelijkse voedselvoorraad, Japanse prenten van bloesempicnics, en een installatie waar bekende en minder bekende Nederlanders over hun eet-herinneringen vertellen. Op grote schermen worden fragmenten van eetfilms als La Grande Bouffe, Babette’s Feast en Tampopo geprojecteerd.
Eten is een tentoonstelling die wil prikkelen, informeren en de vooringenomengheid die iedereen over de eigen eetcultuur heeft, wil doorbreken. “Eten” is natuurlijk een onvoorstelbaar breed onderwerp: de hele wereld eet, veel of weinig, en de hoeveelheid onderwerpen die direct of zijdelings met eten te maken hebben is onuitputtelijk – van gastronomie tot de politiek van eten. Deze tentoonstelling is een mooie en inspirerende en tot nadenken stemmende collage van informatie over eten.
Speciale vermelding verdienen nog de Smaaktent, waar je de smaaktest kan doen (waar op je tong proef je nou eigenlijk zout en bitter, smaakt rose vla anders dan gele of houden je hersens je voor de gek, en: durf je een sprinkhaan te eten?) en de Bazaar. Die houdt het midden tussen winkel en expositerumte. Je kunt er potten en pannen van over de hele wereld kopen, Turkse honing en bijzondere kruidenmengsels, maar ook mierenchocolade en sprinkhaanlollies.
Ik heb in de smaaktent mijn eerste sprinkhaan naar binnen gewerkt. Knapperig aan de buitenkant, beetje melig van binnen. Ik ben trots op mezelf en voor mij heeft de tentoonstelling zijn belofte uit het persbericht zeker waar gemaakt: zelfs de meest doorgewinterde culi’s kunnen zich hier verbazen!
Dit weekend zijn er speciale themadagen in het museum, met lezingen, workshops en filmvertoningen. Kijk op www.etententoonstelling.nl voor meer informatie. Tot augustus worden er nog regelmatig themaweekeinden georganiseerd, dus hou de agenda in de gaten!
Posts tonen met het label Smaakpraat artikelen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Smaakpraat artikelen. Alle posts tonen
zondag 15 februari 2009
vrijdag 28 december 2007
Trifle
(verschenen op Smaakpraat, weblog van het magazine Smaakwereld, december 2006)

Nog een paar dagen voor kerstmis. Deze week zag ik een oude kerstaflevering van The Sopranos, waar psychiater Jennifer Melfi met haar karakteristiek gevoel voor ironisch understament zegt: "I call it Stressmas." En hoewel ik me elk jaar voorneem me niet gek te laten maken, ben ik zelf ook al ten prooi gevallen aan het maken van eindeloze boodschappenlijstjes, zorgen over ruzie aan de kersttafel, cadeautjes voor iedereen, en is er straks wel genoeg wijn in huis?
Voor wie nog geen definitieve beslissing over het kerstmenu genomen heeft, heb ik in ieder geval een gouden tip voor het kerst-toetje: trifle.
Het is niet moeilijk, je kunt het van tevoren klaar maken, en de schaal op tafel zetten zodat iedereen zichzelf kan opscheppen – een groot voordeel, want als je net als ik met kerst graag vroeg met borrelen begint, ben je als het tijd is voor het toetje niet meer opgewassen tegen ingewikkeld opgemaakte borden.
Trifle betekent zoiets als luchtig niemendalletje, en het is eigenlijk een raadsel waarom dit dessert, opgebouwd uit laagjes cake, fruit, custard en room, doordrenkt van alcohol en barstend van calorieën, die naam heeft gekregen. Maar de eerste Engelse, 18e eeuwse trifles bestonden uit niet meer dan room en cake, en werden misschien bedacht door zuinige koks die iets wilden doen met restjes koek en zuivel, en dit met (valse) bescheidenheid een trifle noemden. Het fruit kwam veel later - en daarmee werd het toetje ook pas echt populair. Eind 19e eeuw stonden er maar liefst 11 trifle recepten in een Engelse culinaire encyclopedie, waaronder een hartige variant – wie had gedacht dat de doperwtjes-en-gehakt-trifle die Rachel klaarmaakte in de Friends Thanksgiving aflevering uit 1999, zo'n illustere voorganger had?
De klassieke componenten van trifle zijn cake, alcohol, fruit, custard en room. En hoewel je voor de cake best een kant en klaar exemplaar kan kopen, raad ik je aan de custard zelf te maken. Serveer de trifle in een grote, glazen schaal, of voor een extra dramatisch toetje, in een brede glazen vaas, of, als je het wat eleganter wilt aanpakken, in individuele whisky- of zelfs wijnglazen.
Voor 12 personen:
1 roombotercake, zelf gemaakt of van een goede bakker, minstens 1 dag oud
ca. 6-7 eetlepels alcohol: amaretto, cognac, zoete muscaat wijn, sherry…
6 eidooiers
300 ml. volle melk
300 ml. slagroom
75 gram suiker
fruit: de trifles op de foto zijn gemaakt met stoofpeertjes. Ook heerlijk: kersen op siroop, bosvruchten (bevroren te koop bij de supermarkt), kweeperen, een combinatie van aardbeienjam en bananen… zet je fantasie aan het werk!
500 ml. slagroom
2 eetlepels suiker
amandelen, pistachenoten, kerstchocolaatjes, of wat je maar wilt, om te garneren
Maak de custard: klop de eidooiers los in een kom met de suiker. Verhit de melk en room in een pan tot het warm is (maar niet kookt). Giet dit, al kloppend met een garde, bij de dooiers. Giet het mengsel terug in de pan en laat op heel laag vuur, al roerend, dik worden. Dit duurt ca. 10 minuten. kom niet in de verleiding het vuur hoger te zetten, voor je het weet heb je slagroom-roerei (als dat toch gebeurt, zet de staafmixer in de custard en zeef hem. Perfect zal hij niet meer worden, maar hij is nog steeds lekker!)
Bekleed je schaal met plakjes cake. Leg ze ook een beetje tegen de zijkant, dat ziet er straks mooier uit. Besprenkel met de alcohol. Als je cake erg droog is, heb je misschien meer alcohol nodig. Leg het fruit erop (uitgelekt als je fruit uit blik gebruikt) en giet dan de afgekoelde custard erover. Dek af en laat een nachtje in de koelkast staan.
Vlak voor het serveren, klop je de overgebleven slagroom lobbig met de suiker. Schep in mooie golven op de custard, en versier met nootjes, kerstsnoepjes, wat dan ook.
Voor een heerlijke variatie: roer 150 gram gesmolten witte chocolade door de custard voor hij afgekoeld is.

Nog een paar dagen voor kerstmis. Deze week zag ik een oude kerstaflevering van The Sopranos, waar psychiater Jennifer Melfi met haar karakteristiek gevoel voor ironisch understament zegt: "I call it Stressmas." En hoewel ik me elk jaar voorneem me niet gek te laten maken, ben ik zelf ook al ten prooi gevallen aan het maken van eindeloze boodschappenlijstjes, zorgen over ruzie aan de kersttafel, cadeautjes voor iedereen, en is er straks wel genoeg wijn in huis?
Voor wie nog geen definitieve beslissing over het kerstmenu genomen heeft, heb ik in ieder geval een gouden tip voor het kerst-toetje: trifle.
Het is niet moeilijk, je kunt het van tevoren klaar maken, en de schaal op tafel zetten zodat iedereen zichzelf kan opscheppen – een groot voordeel, want als je net als ik met kerst graag vroeg met borrelen begint, ben je als het tijd is voor het toetje niet meer opgewassen tegen ingewikkeld opgemaakte borden.
Trifle betekent zoiets als luchtig niemendalletje, en het is eigenlijk een raadsel waarom dit dessert, opgebouwd uit laagjes cake, fruit, custard en room, doordrenkt van alcohol en barstend van calorieën, die naam heeft gekregen. Maar de eerste Engelse, 18e eeuwse trifles bestonden uit niet meer dan room en cake, en werden misschien bedacht door zuinige koks die iets wilden doen met restjes koek en zuivel, en dit met (valse) bescheidenheid een trifle noemden. Het fruit kwam veel later - en daarmee werd het toetje ook pas echt populair. Eind 19e eeuw stonden er maar liefst 11 trifle recepten in een Engelse culinaire encyclopedie, waaronder een hartige variant – wie had gedacht dat de doperwtjes-en-gehakt-trifle die Rachel klaarmaakte in de Friends Thanksgiving aflevering uit 1999, zo'n illustere voorganger had?
De klassieke componenten van trifle zijn cake, alcohol, fruit, custard en room. En hoewel je voor de cake best een kant en klaar exemplaar kan kopen, raad ik je aan de custard zelf te maken. Serveer de trifle in een grote, glazen schaal, of voor een extra dramatisch toetje, in een brede glazen vaas, of, als je het wat eleganter wilt aanpakken, in individuele whisky- of zelfs wijnglazen.
Voor 12 personen:
1 roombotercake, zelf gemaakt of van een goede bakker, minstens 1 dag oud
ca. 6-7 eetlepels alcohol: amaretto, cognac, zoete muscaat wijn, sherry…
6 eidooiers
300 ml. volle melk
300 ml. slagroom
75 gram suiker
fruit: de trifles op de foto zijn gemaakt met stoofpeertjes. Ook heerlijk: kersen op siroop, bosvruchten (bevroren te koop bij de supermarkt), kweeperen, een combinatie van aardbeienjam en bananen… zet je fantasie aan het werk!
500 ml. slagroom
2 eetlepels suiker
amandelen, pistachenoten, kerstchocolaatjes, of wat je maar wilt, om te garneren
Maak de custard: klop de eidooiers los in een kom met de suiker. Verhit de melk en room in een pan tot het warm is (maar niet kookt). Giet dit, al kloppend met een garde, bij de dooiers. Giet het mengsel terug in de pan en laat op heel laag vuur, al roerend, dik worden. Dit duurt ca. 10 minuten. kom niet in de verleiding het vuur hoger te zetten, voor je het weet heb je slagroom-roerei (als dat toch gebeurt, zet de staafmixer in de custard en zeef hem. Perfect zal hij niet meer worden, maar hij is nog steeds lekker!)
Bekleed je schaal met plakjes cake. Leg ze ook een beetje tegen de zijkant, dat ziet er straks mooier uit. Besprenkel met de alcohol. Als je cake erg droog is, heb je misschien meer alcohol nodig. Leg het fruit erop (uitgelekt als je fruit uit blik gebruikt) en giet dan de afgekoelde custard erover. Dek af en laat een nachtje in de koelkast staan.
Vlak voor het serveren, klop je de overgebleven slagroom lobbig met de suiker. Schep in mooie golven op de custard, en versier met nootjes, kerstsnoepjes, wat dan ook.
Voor een heerlijke variatie: roer 150 gram gesmolten witte chocolade door de custard voor hij afgekoeld is.
Abonneren op:
Posts (Atom)